De geur van jenever

Gepubliceerd op 2 juli 2025 om 11:22

De geur van jenever. Ik kan er niet tegen. Mijn neus ruikt de geur, wanneer de drank of een drinker in de buurt is, nog voordat anderen het ruiken. Wanneer ik er niet bij hoef te staan, dan vlucht ik meteen. Naar een veilige afstand. Liefst helemaal weg. 

 

Wanneer het begon

Ik ben nu de 50 gepasseerd. Deze reukallergie startte op mijn 12de. De veroorzaker was mijn vader. 

 

Waarom ik dit verhaal deel

In het kader van de Stilte Breken wil ik mijn verhaal en ook tegelijk het verhaal van en met mijn vader delen. Het is een gevoelig verhaal. Door de effecten. Door de stilte eromheen. Er werd niet over gesproken. Tenminste niet echt. We reageerden alleen op de gebeurtenissen. De momenten dat er echt iets fout ging. We dachten ook dat niemand het door had. Wie is dan We? We, dat zijn alle gezinsleden. Mijn moeder en mijn zus. Ikzelf natuurlijk ook.  Mijn vader dacht zelf dat niemand het wist. Ik sprak er niet over met vrienden. We onderschatten de gevolgen voor elkaar. Bij mijzelf wordt het gevolg nu pas echt duidelijk. 

 

Het ligt nog steeds gevoelig

Voordat ik verder kan gaan. Het verhaal is ook gevoelig omdat mijn vader gelukkig nog leeft. Ik wil hem en anderen er geen pijn mee doen. Ik zal toch altijd voor hem klaar staan. Er is zeker een soort van liefde over en weer. Ik heb hem vergeven, maar vergeten kan ik niet. Ook omdat het echt een groot effect op mij heeft gehad. Dat had ik in die tijd niet eens door. Iets waar ik nu stap voor stap mee moet leren omgaan. Mijn verhaal gaat daarom onder een pseudoniem. Sommige feiten zal ik wat aanpassen. Andere feiten kan ik niet aanpassen. Het gevaar dat iemand raadt wie we zijn is er dus toch een beetje. Moet ik het dan maar niet delen? Daar heb ik best lang over nagedacht. Ik heb besloten het toch te delen. Misschien dat anderen er wat aan hebben. Dat het herkenning geeft. Of dat het helpt om op tijd de stilte te verbreken en voor jezelf te zorgen.

 

Leven in stilte als kind

Als jong kind is dat best moeilijk. Eigenlijk voor iedereen in de directe omgeving van een alcoholist. Soms gebeurt het wel wanneer er een echte calamiteit is. Wanneer er een scheiding door volgt of wanneer kinderen uit huis moeten worden geplaatst. Maar meestal lijden de directe gezinsleden een lange tijd in stilte. Hopend op betere tijden. Genietend van de goede momenten, die er zeker ook zijn. Maar altijd op hun hoede. En, zoals ik nu weet, missen kinderen hierdoor structuur en geborgenheid. Sommigen gaan zich verantwoordelijk voelen voor de bescherming van de andere gezinsleden. Een te volwassen taak. Daar moeten kinderen niet mee bezig hoeven te zijn.

 

 

Bewust van hoeveelheden

Terug naar de reuk van jenever. Ik ben 12 jaar wanneer ik ineens duidelijk zie hoeveel mijn vader per dag drinkt. Eerder wist ik al wel van de biertjes die hij direct na thuiskomst van het werk dronk. Na het eten was er koffie voor mijn ouders en tot mijn 12de moest ik om acht uur jaar bed. Dat wist ik dus al van voor mijn 12de. Maar vanaf mijn twaalfde mocht ik later naar bed. Toen zag ik dat naast de koffiekopjes de fles jenever op tafel kwam. In die tijd mocht je naarmate je ouder werd steeds wat later naar bed. Zo zag ik hoe lang die fles op tafel stond en hoe hoog het niveau in de fles was. En ja, zo tegen mijn 15de wist ik dat die fles aan het einde van de avond leeg was. Dat had ik eerder ook al kunnen bedenken want er stond aan het begin van de avond altijd een volle fles klaar.

 

Dagelijkse routine

Na het drinken van een paar glazen jenever viel mijn vader al snel in slaap. Zo werd de bank een soort verlengde van zijn bed. Af en toe schrok hij wakker. Dan konden er weer een paar glazen bij. En zo ging dat door. Op doordeweekse dagen was dit een vast patroon. 

 

Vaderloos? 

Vanaf mijn 12de begon mijn middelbare schooltijd èn een van de belangrijkste fases in mijn puberteit. Op de middelbare school haalde ik een onverwacht hoog niveau. Ik moest er wel hard voor werken. Tussen het huiswerk door kwam ik ‘s avonds even naar beneden. Soms met vragen. Wanneer mijn vader even wakker was op de bank, dan keek ik eerst hoever de fles op was. Was dat te ver, dan stelde ik de vragen niet aan hem. Zo belandde ik vaak bij mijn moeder. Zij probeerde me elke keer zo goed mogelijk te helpen. Deze jaren heb ik eigenlijk als een soort van vaderloos ervaren. 

 

Hoe waren de feestdagen?

Ik schreef eerder dat er vooral na gebeurtenissen over het alcoholmisbruik van mijn vader werd gepraat. Vooral tussen mijn moeder en mij. Deze gebeurtenissen waren de ontsporingen. Deze ontsporingen vonden plaats doordat de twee parallelle werelden ineens in botsing kwamen. Twee parallelle werelden? Op een gegeven moment valt je op dat de verslaafde en de rest van het gezin min of meer langs elkaar leven. Zoals in dit geval mijn vader op de bank en wij in de rest van het huis. Wij hadden gelukkig ook lol en lachten regelmatig. Vaak voelde mijn vader zich dan uitgelachen, terwijl het helemaal niet over hem ging. Dan werd hij boos en vluchtte hij naar zijn echte bed. Dit kon ook gebeuren tijdens of meteen na het eten. De gevaarlijkste tijden daarvoor waren de feestdagen. Dan was je langer in de buurt van elkaar. Tijdens de kerstdagen en paasdagen hielpen we, de kinderen, mijn moeder met het koken van de gerechten. We praatten veel en er was natuurlijk extra lol. Regelmatig stormde mijn vader dan de trap op en ging in bed liggen. Hij kon niet tegen het rumoer of voelde zich weer uitgelachen. Hij was tijdens deze dagen ook extra gevoelig omdat er meer alcohol genuttigd werd. Daar was meer tijd voor en de wijn hoorde bij het feestmaal. Maar door de alcohol zaten we juist vaak zonder hem aan het feestmaal. De wijnglazen verdwenen dan van tafel. Mijn moeder had daar geen zin meer in.

 

Niet fysiek agressief, maar wel beschadigend

Als volwassene ben ik wel gaan zeggen dat mijn vader alcoholist was, maar dat hij gelukkig niet agressief was. Ik bedoelde dan fysiek agressief. Er was natuurlijk wel een psychisch ongezonde sfeer. Dit heeft bij mij wel zijn sporen achtergelaten. Bij mijn moeder zeker ook. Mijn zus heeft er minder van meegekregen. 

 

Een tijdelijke redding

Voor mijn zus en ons allemaal, dus ook voor mijn vader, kwam rond mijn 16de een soort van redding. Mijn vader was bij de keuringsarts geweest. Het haast onvoorstelbare gebeurde. Mijn vader stopte van de ene op de andere dag met drinken. De arts had verteld dat hij anders snel zou sterven. Nu weet ik dat zijn lever er toen slecht aan toe was. Hij kon dus stoppen. Hierdoor kon in redelijk stressloos de middelbare school afmaken. Mijn

zus heeft toen in haar belangrijke puberjaren even geen alcohol uitbarstingen van mijn vader meegemaakt.

 

Terugval

Na een aantal jaren kwam alcohol toch weer terug in zijn en ons leven. Niet meer elke dag en zoveel in hoeveelheid als daarvoor. Maar het kon dan ook goed fout gaan. Ook buiten de deur. Hij kreeg zelfs een paar keer de deur niet meer open wanneer hij thuiskwam na een avondje bij de club. Even later vonden we hem dan, helemaal weg, liggend voor de deur. 

 

Blijvende zucht naar alcohol

De zucht naar alcohol is nooit weg geweest bij mijn vader. De hoeveelheid is wel verminderd, maar hij vloog nog regelmatig uit de bocht. Nu laat hij het echt staan. Hij weet dat zijn lijf te oud is en dat hij het niet kan opvangen wanneer het mis gaat.

Ik schreef al dat ik er mee heb leren omgaan en dat hij mijn vader blijft. We hebben een redelijke relatie omdat ik hem veel hiervan vergeef. Het is natuurlijk altijd een taboe geweest om het er samen over te hebben. Dat wil ik nu ook niet meer. 

 

Gevormd of misvormd?

Nu weet ik wel dat het mij erg heeft gevormd of misschien wel misvormd. Ik ben onder andere daardoor erg beschermend geworden. Mijn lichaam staat in vluchtstand. Altijd voorbereid op een mogelijk noodzakelijke vlucht naar een veiliger situatie. Ook voor de mensen in mijn omgeving. Ik heb ik die tijd weinig aandacht aan mezelf kunnen geven. Ik ga eraan werken om dit een plaats te geven. En ik ga mijn eigen kracht vergroten. Het helpt mij om hier zo open mogelijk over te zijn en door het delen van mijn ervaringen misschien anderen te helpen.

 

Hoe had ik geholpen kunnen worden?

Hoe had ik toen geholpen kunnen worden? Dat weet ik niet. De mensen in onze omgeving, die het dus wel wisten, hadden kunnen laten zien dat ze onze situatie zagen, dat ze ons zagen. Ze hoefden geen professionals of instanties in te schakelen. Gewoon eens vragen hoe het gaat. Ook benoemen dat ze wisten van het alcoholmisbruik en dat dat moeilijk kan zijn voor de gezinsleden. Even de cirkel doorbreken. Iets leuks doen. Samen huilen en dan weer door. Want de goede lezer heeft het waarschijnlijk al door. Ik heb te maken gehad met een alcoholist die voor de buitenwereld lang normaal functioneerde. Elke dag naar het werk, soms naar de club en naar de kerk. Daar merkten anderen er meestal niets van. In deze groep, de gezinsleden van de normaal functionerende verslaafde, zit veel verborgen leed. Leed dat nog jaren later op kan spelen. Leed dat zij zelf moeten leren dragen. Waar ze zelf vrede mee moeten vinden. Deze groep is waarschijnlijk ook veel groter dan de groep die te maken heeft met niet goed maatschappelijk functionerende verslaafde. Daar is de echte crisis altijd nabij en zijn er instanties en professionals die dan in (moeten) grijpen of waar je terecht kunt.

 

Ik weet dat er voor kinderen van ouders met een psychiatrisch aandachtspunt cursussen zijn (geweest?) om hen te begeleiden. Deze match komt waarschijnlijk tot stand in het hulpverleningscircuit rondom de ouder. Bij kinderen van (goed functionerende) alcoholisten zal deze match niet snel te maken zijn. De maatschappij en hulpverlening weten waarschijnlijk niet eens dat deze kinderen er zijn. Ook de taboesfeer helpt hier niet bij.

 

W. Hant