Iemand in mijn omgeving is in herstel van een drugsverslaving. Hij werkt, doet z’n best. Houdt zich knap staande.
Tot een collega op een dag, als grap, een doek met onverdunde ammonia onder zijn neus houdt.
“Hier, ruik dit eens.”
Wat erop zat wist hij niet. Hij haalde één keer diep adem. Meteen een felle pijnscheut in zijn neus.
Het branderige gevoel schoot in zijn neus, zó fel en scherp dat het rechtstreeks zijn verslavingsbrein raakte. Een reflex: zijn lijf dacht: snuiven. Bhv’er was in het pand, maar werd niet geroepen. Hij moest gewoon doorwerken.
Sindsdien is de drang weer terug. De hele dag. Alsof hij opnieuw moet beginnen. Alsof alles waar hij al die maanden voor gewerkt heeft, onder hem vandaan is geschoven. Hij vreest een terugval, maar hij blijft gaan, want deze baan is belangrijk. Thuiszitten maakt het niet beter.
De volgende ochtend wordt hij wakker met zijn keel vol bloed. Beschadigde neusslijmvliezen, zei de huisarts. Duurt 2 weken minimaal. 2 weken bij iedere ademhaling het branderige gevoel van drugs snuiven. 2 weken continu triggers.
Na het incident ging hij verhaal halen bij de leidinggevende. En de reactie van de leidinggevende? Ik kan, wil en ga hier niets aan doen, dit is de taak van de directie. Eerste reactie van de directie? “Je hebt wel een gevoelige neus hè.”
Deze persoon is volwassen. Dus ik bijt op mijn tong. Laat hem zelf de regie houden.
Maar wat ik wél doe, is dit. Ik schrijf dit op en breek de stilte. Omdat dit geen onschuldige grap is. Omdat het nodig is.
Dit is hoe het stigma werkt. Dit is hoe mensen in herstel opnieuw beschadigd kunnen raken.
Heb jij dit weleens meegemaakt? Als naaste, als collega, als werkgever? Laten we niet blijven zwijgen.

Add comment
Comments