Mijn telefoon pingt:
📲 “Mam, ga je mee naar de intake?”
📲 “Kind, kun je mee naar de poli?”
Ik ben 50-plus, lid van de sandwichgeneratie, de groep die tegelijk kinderen en ouders bijstaat.
Overdag werk ik met spreadsheets.
’s Avonds en in het weekend zit ik aan de keukentafel en regel ik afspraken, luister, troost, breng soep en haal boodschappen.
Voor die spreadsheet krijg ik salaris.
Voor dat ritje naar de poli en dat gesprek in de wachtkamer? Liefdewerk oud papier.
En ik verwonder me:
Alles wat een samenleving werkelijk bij elkaar houdt, zoals zorgen, luisteren en nabij zijn, is onbezoldigd.
Je wílt er zijn voor je ouder en je kind, maar je betaalde baan roept ook.
Soms móet je “nee” zeggen terwijl je hart “ja” schreeuwt.
In mijn werk voor stiltebreken.nl hoor ik dit vaker:
naasten die zichzelf verliezen in zorgen voor de ander.
Codependentie, noemen we dat.
Herkenbaar en meestal onzichtbaar.
Ik mijmer:
Op mijn sterfbed denk ik niet dat mijn werk onbelangrijk was. Integendeel, het betaalde werk brengt veel positiviteit.
Maar ik weet wel wat de échte herinneringen dan zullen zijn:
Het blije gezicht van mijn moeder op woensdagmiddag samen aan de thee met een gebakje.
De dankbaarheid van mijn kind bij het scheppen van overzicht in de chaos.
En het moment dat ik mezelf toestemming gaf om even níet te zorgen en lekker te gaan lanterfanten.
Liefdewerk is geen oud papier.
Het is de onzichtbare economie die ons allemaal overeind houdt.
Add comment
Comments